Dualiteit

Chantal Mangeot, Hoofdconservator van het museum Beaux-Arts de Charleroi :

« Zijn beeldhouwwerken zijn voor Martin Ankh net kinderen die hij echt het leven heeft geschonken. Als er per ongeluk eentje breekt, is dat een drama. Het is een stuk van hemzelf dat hem wordt ontnomen.

Deze imposante man die uit rots lijkt gehouwen – sommigen vergelijken hem met Rodin – is een en al emotie. In 1968 maakt hij Les chaises (De Stoelen), een prachtige, evenwichtige compositie.
Om hem op een stoel te laten plaatsnemen en hem aan de praat te krijgen, blijkt echter niet zo eenvoudig. Deze eenling die bulkt van de energie, houdt er niet van om over zijn werk als pedagoog of kunstenaar te praten. Als je hem vragen stelt, moet je hem stukjes van antwoorden ontfutselen. Hij blijft een raadsel.

Zijn handen zijn voortdurend in beweging. Ze voelen en grijpen, gaan heen en weer, grijpen in, maken een aanpassing, drukken, beitelen, strelen en polijsten de materialen waarvoor Martin Ankh leeft.

Radiation (Straling), Démesure (Mateloosheid), Oppression (Onderdrukking) en Impasse. Deze bronzen kunstwerken uit 1973 en 1974 roepen de vragen op die de kunstenaar zich in zijn binnenste stelt: pijn, strijd en soms de val.
Afspiegeling van een persoonlijkheid, teken van rust en van angsten.
Indrukwekkend, bijna destabiliserend is de aanwezigheid van handen die zich manifesteren als kreten en bij Martin uitdrukking worden van veelzeggende gezichten, portretten van anderen, of van Martin Ankh zelf.
Onverwacht, buitenissig, excentriek … de uitwerking van deze handen die van overal te voorschijn komen, heeft iets weg van barok. Verheffend en destabiliserend.

Een eerste dualiteit in de krachtsverhouding tussen de handen en de materie die ze toch vorm geven. Het wijst misschien op een confrontatie. De strijd met steen of brons, net zoals het leven een strijd is.

Bij het overlopen van het resultaat van intussen meer dan dertig jaar creëren, valt deze tegenstelling op.

De filosoof Martin confronteert de ziel, de geest en het bewustzijn met het lichaam dat materie is.
De ambivalentie van het beeldhouwwerk komt overeen met de dualiteit van het menselijke lichaam.

Dualiteit van de vorm. De confrontatie van deze bijna barokke explosies, waanzin ten top. Het geruststellende van de zwarte Zon, teruggevonden rust, het oproepen van de perfectie in het pure van de cirkel, in het polijsten van het gladde en ronde marmer dat uitnodigt tot strelen.

De zwarte Zon die nacht en koude doet ontstaan, het enige wat van de materie uitgaat; warmte van het brons dat de contouren op een subtiele manier aflijnt en de kilte en de onherroepelijke hardheid van marmer verzacht. Dualiteit van de materialen, die maximaal wordt benut.

Ontmoeting tussen het universum van het hermetische en de openheid van het teken. Vermenselijking van het materiaal. Het teken zal binnenkort het hele oppervlak bevatten, een spoor van de mens, het leven en de herinnering. Herinnering aan het oppervlak. Transcriptie van een verleden en kracht van symbolen.

Speciale iconografie van een verre nalatenschap waarvan Martin het alfabet op zijn duimpje kent en beheerst.

Samenvatting van de geschiedenis van een streek, de strijd met de natuur, met het leven, met het materiaal, met anderen.

Geconcentreerdheid van tekens, van handen die voortdurend terugkeren, oppervlakken die soms overmatig overladen zijn.

Een eerbetoon aan het levend wezen. De kracht van de roots.

Dualiteit van de materialen die voortdurend met elkaar in botsing komen. Vermalen, verscheurd, versnipperd, bedrukt, gedomineerd, kunnen ze zich ten slotte uiten.

De dualiteit stopt nooit bij Martin. Hoe kunnen de reusachtige handen van deze man breekbare, delicate, fijne, subtiele, doordringende vormen creëren en tegelijk een tegenspartelende zuil uit de grond laten oprijzen die hij met plezier bedwingt.
Niets verbaast ons bij Martin. Hij is een man van tegenstellingen. Hij etst, snijdt, bedrukt en schildert een twintig meter hoog of een één vierkante centimeter groot werk op dezelfde manier, ongeacht of het gaat om steen, brons, goud, of zilver.

Het één kan het andere zijn of worden.
Het breekbare gaat samen met het monumentale.

En het materiaal wordt leven, gegeven aan het lichaam, bezield door de beeldhouwer. »